woensdag 29 oktober 2014

Betoog: Studiefinanciering moet blijven.

Wie rijk is, mag slim zijn


Het is afgelopen jaar al in alle kranten te lezen geweest. De studiefinanciering gaat eraan. Per 1 september 2015 wordt het zogenaamde leenstelsel ingevoerd. Het kabinet heeft in mei na maanden van onderhandelingen een akkoord hierover bereikt. In ruil voor de afschaffing van de studiefinanciering blijft de OV-jaarkaart behouden, die eerder al in opspraak kwam omdat deze ook zou moeten worden afgeschaft. Met het akkoord hoopt de regering zo'n 800 miljoen euro te bezuinigen. 

Met het leenstelsel wordt bedoeld dat de overheid een rentevrije lening verstrekt aan jongeren waarmee zij hun studie kunnen betalen. Deze lening moet na het afstuderen binnen 35 jaar terugbetaald zijn. Dit staat lijnrecht tegenover het studiefinancieringsstelsel dat op dit moment nog van kracht is. Hiermee wordt er één studie door de overheid betaald, zodat de student na het afstuderen schuldenvrij blijft. Het leenstelsel is volgens een aantal Tweede Kamerleden een goede oplossing voor zowel studenten als de overheid, die uit alle macht probeert te bezuinigen waar mogelijk. Toch is het bedenkelijk of dit voor studenten en voor Nederland in het algemeen een goede oplossing is. Ik vind dus dat studenten niet voor hun eigen studie zouden moeten betalen, en dat de overheid dit kan opvullen.

Minder studenten
Het duidelijkste gevolg van de invoering van het leenstelsel is dat minder jongeren ervoor zullen kiezen om te gaan studeren. Omdat studenten na hun studie met een enorme restschuld van gemiddeld 15.000 euro achterblijven, zullen meer jongeren alternatieven gaan overwegen. Zo zullen er bijvoorbeeld meer jongeren zijn die voor een HBO- of MBO-opleiding kiezen, maar er zullen ook meer jongeren zijn die meteen na de middelbare school gaan werken. Met werken verdienen ze tenslotte, terwijl studeren geld kost. Doordat er minder studenten zijn, zal de Nederlander minder hoog opgeleid zijn, waardoor werk voor hoogopgeleiden minder goed kan worden uitgevoerd. Dit heeft weer tot gevolg dat de internationale positie van Nederland op het gebied van handel of wetenschap bijvoorbeeld aanzienlijk zal dalen. De overheid kan hierdoor op de lange termijn inkomsten mislopen, omdat Nederland internationaal minder hoog aangeschreven zal staan. Dus de studiefinanciering afschaffen kan voor de overheid uiteindelijk een averechts effect hebben.

Er wordt vaak gezegd dat het leenstelsel op de lange termijn ook voor studenten voordelen heeft. De onderwijskwaliteit zou op het hogere onderwijs verbeteren. Dit is inderdaad een voordeel voor studenten, maar als de studiefinanciering zou worden gebruikt, is deze verbetering bijna verwaarloosbaar tegenover het grote financiële voordeel. Bovendien is het op andere manieren ook mogelijk om de onderwijskwaliteit te verbeteren, en dit is dus geen reden om het leenstelsel in te voeren.

Studeren wordt elitair
De groep die als eerste ervoor zal kiezen om meteen te gaan werken, zijn de minder rijke jongeren. Zij zijn vaak opgegroeid in armere gezinnen, waarin dus vaak geld tekort was. Zij zijn de eersten die met een grote schuld na hun studie te maken krijgen. Dit zal vaak door de ouders worden afgeraden, en er gaan er dus meer gelijk na het VWO werken. Rijke ouders zullen maar al te graag de studie van hun kind betalen, want zij weten tenslotte hoe belangrijk studeren is, omdat zij dit zelf ook gedaan hebben. Hierdoor zal er een grotere scheiding komen tussen arm en rijk, omdat de tweede generatie van de rijken beter betaalde banen krijgt, en dus zelf ook rijk wordt. Hetzelfde geldt bij de armeren, deze krijgen minder goed betaalde banen, en worden zelf ook minder rijk. Op deze manier wordt er een steeds groter gat tussen arm en rijk gecreëerd in de samenleving, en studeren wordt net zoals vroeger iets voor de elite, en minder toegankelijk voor armeren.

Dit is naar mijn mening een kwalijke zaak. Vooral in Nederland, een land dat zich kenmerkt als zorgstaat en als een land met hoog opgeleide mensen en weinig scheiding tussen arm en rijk. Het is een samenleving die in de loop van de vorige eeuw is opgebouwd, en door de studiefinanciering af te schaffen lijkt de overheid deze samenleving stukje bij beetje weer af te bouwen.

Al met al is de studiefinanciering een stuk beter voor ons land. Studenten hebben geen grote schulden na hun studies, en daarom zullen ook meer jongeren ervoor kiezen om te studeren. Dit heeft weer voordelige gevolgen voor de internationale positie van Nederland, omdat er beter gepresteerd wordt op verschilllende vakgebieden en meer hoger opgeleiden zijn. Verder is het onacceptabel dat studeren weer iets voor de elite kan worden door het leenstelsel. Omdat armere jongeren zelf niet gaan studeren, raken zij in een vicieuze cirkel, omdat lager opgeleiden minder goed betaalde banen krijgen en daardoor gaan hun kinderen ook geen hoger onderwijs volgen. Het tegenovergestelde geldt voor rijken, en daardoor zou de scheiding tussen arm en rijk groter kunnen worden. Studeren moet voor iedereen beschikbaar zijn, niet alleen voor wie het kan betalen. Daarom moet de studiefinanciering blijven, en moet de overheid snel actie ondernemen, voordat het nieuwe leenstelsel ingevoerd zal worden in 2015. Het is nog niet te laat...





http://www.nrc.nl/nieuws/2014/05/28/akkoord-over-leenstelsel-bereikt/

vrijdag 17 oktober 2014

Uiteenzetting: De vergrijzing 2.0

De vreselijke vergrijzing

Vergrijzing is goed voor het milieu, zo beweerde de Belgische krant ‘de Morgen’ afgelopen week. De krant baseerde zich op een onderzoek van het Max Planck Instituut in Washington, waaruit was gebleken dat: hoe ouder de bevolking, hoe minder CO2- uitstoot. Er was onderzoek in Duitsland gedaan, en men concludeerde dat de CO2- emissies met gemiddeld 20% daalden na het 65e levensjaar. Dit artikel klopte totaal niet met het beeld wat ik van vergrijzing had. Het was voor mij een onderwerp dat elke maand wel een aantal keer het achtuurjournaal haalt omdat de AOW-gerechtigde leeftijd is verhoogd of omdat de thuiszorg zoveel duurder gaat worden. Ik had nog helemaal niets positiefs gehoord over dit actuele fenomeen in Nederland. In de media wordt vergrijzing toch vooral gepresenteerd als een probleem dat moet worden opgelost.

Met het begrip vergrijzing bedoelt men het stijgen van de groep 65+ ten opzichte van andere leeftijdsgroepen. In Nederland is dit proces al jaren aan de gang. De oorzaak hiervan ligt voornamelijk bij het explosieve stijgen van het geboortecijfer na de Tweede Wereldoorlog, en een afname van het geboortecijfer in de jaren ’60 en ’70. Hierdoor ontstaat er één grote bevolkingsgroep, die ondertussen is doorgeschoven naar de 65+’ers. Een andere oorzaak is het stijgen van de levensverwachting in de afgelopen decennia, omdat de gezondheidszorg aanzienlijk verbeterd is. Deze factoren hebben gezorgd voor een benarde situatie in Nederland op dit vlak. Hoe is deze situatie nu? Wat zijn de negatieve gevolgen van de vergrijzing in Nederland? En hoe kunnen deze worden opgelost of tegengegaan?

Huidige situatie

De vergrijzing kan niet alleen worden gemeten in het aantal ouderen. We moeten namelijk rekening houden met de rest van de bevolking, en het aantal ouderen in relatie tot de rest meten. Hiervoor is het begrip ‘grijze druk’ bedacht. Met de grijze druk wordt het aantal 65+’ers – ouderen - per 100 mensen van 20-64 jaar aangegeven. Volgens het CBS was in 2012 het aantal ouderen 2,7 miljoen en de grijze druk bedroeg 27. De situatie in 1940 was: een slordige 600.000 ouderen met een grijze druk van 17. Dit betekent dat het aantal ouderen ten opzichte van volwassenen dus explosief is gestegen sinds 1940. Ook is er sprake van dubbele vegrijzing. Dit houdt in dat binnen de groep ouderen de groep 80+’ers stijgt, wat een gevolg is van hogere levensverwachting. De vergrijzing heeft niet overal in Nederland hetzelfde effect. Vooral in landelijke streken, zoals Zuid-Limburg en Drenthe, neemt de vergrijzing toe. In nieuwbouwsteden, waaronder Almere, is de vergrijzing nog nauwelijks te merken. Al met al brengt deze situatie een aantal problemen met zich mee.

De AOW-uitkering 

Misschien wel het meest merkbare, en ook het meest zorgelijke aspect van de vergrijzing is de toename van het aantal uitkeringen. Elke Nederlander heeft namelijk boven zijn 67e levensjaar recht op een AOW-uitkering. Doordat het aantal ouderen stijgt, neemt het aantal uitkeringen toe. Veel zorgelijker echter is dat dit gepaard gaat met het afnemen van de beroepsbevolking, ook wel actieven genoemd. De actieven betalen namelijk belasting, waarvan onder andere de AOW wordt gefinancierd voor de passieven (de ouderen). Als deze verhouding tussen actieven en passieven verandert, moet een gelijk aantal actieven voor een groter aantal passieven gaan betalen.

 Dit heeft tot gevolg dat de belasting kan stijgen, als de hoogte van de uitkering gelijk blijft. Maar als de belastingen stijgen, houdt men minder geld over om te consumeren, waardoor bedrijven minder winst kunnen maken, en waardoor het dus slechter kan gaan met de economie in zijn geheel. Juist in de nasleep van een economische recessie is dit een zeer nadelig effect voor de Nederlandse economie.

De zorg

Het is algemeen bekend en veelvuldig aangetoond in onderzoeken dat ouderen meer gezondheidszorg nodig hebben dan jongeren. Zij hebben nu eenmaal vaker te maken met botbreuken, diabetes, hartfalen en andere aandoeningen, of hebben voor dezelfde kwalen eerder zorg nodig. De zorg is de laatste jaren een van de grootste kostenposten van de overheid. Dit alleen al geeft aan dat de zorg een essentieel en onmisbaar deel is van ons land en onze verzorgingsstaat. Met de verzorgingsstaat wordt bedoeld dat in Nederland de overheid garant staat voor een zekere welvaart in ons land, en dit gebeurt onder andere door de zorg. Dit wordt door de overheid uit de belastingen betaald, en wij profiteren hier allemaal van. Maar deze kostenpost stijgt als er vergrijzing plaatsvindt. Omdat dit zo’n groot deel van onze economie betreft, is de stijging van de kosten duidelijk merkbaar in de uitgaven van de overheid, die de laatste jaren op de zorg aanzienlijk is gestegen. Waar we in 2000 nog 42 miljard euro uitgaven aan de zorg, is dit aantal in 2014 gestegen tot ruim 92 miljard euro. Deze ruime verdubbeling van de kosten is deels te wijten aan de vergrijzing.

Het beeld van de samenleving verandert 

Omdat een steeds groter deel van de bevolking boven de 65 jaar is, zal het straatbeeld veranderen. Zo zul je als jongere vaker een bejaarde op straat zien. Nu is dit natuurlijk geen ramp, maar dit is niet het enige wat kan veranderen. De hele maatschappij zal meer op ouderen gericht zijn. Bedrijven weten dat de groep ouderen steeds groter wordt, en zij passen hun producten, reclames en aanbiedingen aan 65+’ers aan. Dit is niet per se een probleem waarvoor een oplossing dient te komen, maar eerder een merkbare verandering die de hele maatschappij betreft.

De vergrijzing aanpakken 

Voor de vorige problemen kan echter wel een oplossing gevonden worden. Als we oplossingen willen vinden, moeten we vooral naar de regering kijken. Zij hebben de mogelijkheid om wetten te maken die voor oplossingen kunnen zorgen. Voor het probleem met de verhouding tussen actieven en passieven is al vaak over een oplossing gedacht. Een veelgenoemde optie is het verhogen van de AOW-gerechtigde leeftijd. Dit is afgelopen jaar al gebeurd, en de overheid heeft plannen klaarliggen om dit project nog verder uit te breiden. Het verhogen van de AOW-leeftijd heeft een dubbel positief effect. Het aantal actieven neemt toe, en het aantal passieven neemt af. Hierdoor kan er dus aardig wat rechtgetrokken worden in de verhouding. Maar als de vergrijzing gestaag door blijft gaan, zullen er toch concessies gemaakt moeten worden in het verhogen van de belasting of het verlagen van de uitkeringen bijvoorbeeld. Dit komt echter met het nadelige gevolg dat de nationale economie dit zal merken, zoals eerder uitgelegd.

De stijgende kosten van de zorg kunnen op verschillende manieren worden aangepakt. Ten eerste kan de regering besluiten minder zorg in het basispakket te verlenen. Hierdoor hoeft de overheid minder te betalen, en stijgen de kosten voor de zorg minder snel. Maar de kosten die de overheid dan niet hoeft te betalen worden dan bij de burgers, en vooral de ouderen neergelegd. Deze kunnen dit wellicht niet betalen, en op deze manier wordt de zorg meer een luxe goed, iets wat niet wenselijk is. Ten tweede kan de regering ook hier besluiten meer belasting te laten betalen, zodat de kosten beter opgevangen kunnen worden. Ten derde kunnen we bezuinigen binnen de zorg. Dit zal onder andere inhouden dat er meer werkelozen komen door ontslagen. Deze werkelozen moeten echter ook een uitkering hebben, dus daar wordt uiteindelijk weinig tot geen winst mee gemaakt.

Hoe verder? 

Al met al is de vergrijzing een bestaand probleem in Nederland met de nodige gevolgen. De kosten voor de AOW-uitkering en de zorg stijgen, en het beeld van onze samenleving verandert. Toch zijn voor de problematische gevolgen wel oplossingen te bedenken. Één daarvan is de belasting verhogen. Hoewel hier nadelen aan zitten, vang je met deze maatregel twee vliegen in één klap. Het nieuwe belastinggeld kan besteed worden aan de uitkeringen én de zorg. Verder is het een logische stap van de regering om de AOW-gerechtigde leeftijd verder te verhogen, omdat de staat over enkele decennia anders écht in de problemen komt te zitten met de financiering voor de uitkeringen. Met het nieuwe beeld van onze maatschappij zullen we simpelweg moeten leren leven. Er zijn nu eenmaal meer ouderen, en zij maken een grotere groep uit van onze samenleving. Het is ook niet nodig om over hen te denken als een grote kostenpost of als lastig. Daar wees de Belgische krant ‘de Morgen’ mij afgelopen week op, toen ik las dat de vergrijzing echt niet alleen maar nadelig is voor Nederland.

vrijdag 10 oktober 2014

Uiteenzetting: De vergrijzing

De vreselijke vergrijzing

Vergrijzing is goed voor het milieu, zo beweerde de Belgische krant ‘de Morgen’ afgelopen week. De krant baseerde zich op een onderzoek van het Max Planck Instituut in Washington, waaruit was gebleken dat: hoe ouder de bevolking, hoe minder CO2- uitstoot. Er was onderzoek in Duitsland gedaan, en men concludeerde dat de CO2- emissies met gemiddeld 20% daalden na het 65e levensjaar. Dit artikel klopte totaal niet met het beeld wat ik van vergrijzing had. Het was voor mij een onderwerp dat elke maand wel een aantal keer het achtuurjournaal haalt omdat de AOW-gerechtigde leeftijd is verhoogd of omdat de thuiszorg zoveel duurder gaat worden. Ik had nog helemaal niets positiefs gehoord over dit actuele fenomeen in Nederland. In de media wordt vergrijzing toch vooral gepresenteerd als een probleem dat moet worden opgelost.

Met het begrip vergrijzing bedoelt men het stijgen van de groep 65+ ten opzichte van andere leeftijdsgroepen. In Nederland is dit proces al jaren aan de gang. De oorzaak hiervan ligt voornamelijk bij het explosieve stijgen van het geboortecijfer na de Tweede Wereldoorlog, en een afname van het geboortecijfer in de jaren ’60 en ’70. Hierdoor ontstaat er één grote bevolkingsgroep, die ondertussen is doorgeschoven naar de 65+’ers. Een andere oorzaak is het stijgen van de levensverwachting in de afgelopen decennia, omdat de gezondheidszorg aanzienlijk verbeterd is. Deze factoren hebben gezorgd voor een benarde situatie in Nederland op dit vlak. Hoe is deze situatie nu? Wat zijn de negatieve gevolgen van de vergrijzing in Nederland? En hoe kunnen deze worden opgelost of tegengegaan?

Huidige situatie

De vergrijzing kan niet alleen worden gemeten in het aantal ouderen. We moeten namelijk rekening houden met de rest van de bevolking, en het aantal ouderen in relatie tot de rest meten. Hiervoor is het begrip ‘grijze druk’ bedacht. Met de grijze druk wordt het aantal 65+’ers – ouderen - per 100 mensen van 20-64 jaar aangegeven. Volgens het CBS was in 2012 het aantal ouderen 2,7 miljoen en de grijze druk bedroeg 27. De situatie in 1940 was: een slordige 600.000 ouderen met een grijze druk van 17. Dit betekent dat het aantal ouderen ten opzichte van volwassenen dus is verdubbeld sinds 1940. Ook is er sprake van dubbele vegrijzing. Dit houdt in dat binnen de groep ouderen de groep 80+’ers stijgt, wat een gevolg is van hogere levensverwachting. De vergrijzing heeft niet overal in Nederland hetzelfde effect. Vooral in landelijke streken, zoals Zuid-Limburg en Drenthe, neemt de vergrijzing toe. In nieuwbouwsteden, waaronder Almere, is de vergrijzing nog nauwelijks te merken. Al met al brengt deze situatie een aantal problemen met zich mee.

De AOW-uitkering 

Misschien wel het meest merkbare, en ook het meest zorgelijke aspect van de vergrijzing is de toename van het aantal uitkeringen. Elke Nederlander heeft namelijk boven zijn 67e levensjaar recht op een AOW-uitkering. Doordat het aantal ouderen stijgt, neemt het aantal uitkeringen toe. Veel zorgelijker echter is dat dit gepaard gaat met het afnemen van de beroepsbevolking, ook wel actieven genoemd. De actieven betalen namelijk belasting, waarvan onder andere de AOW wordt gefinancierd voor de passieven (de ouderen). Als deze verhouding tussen actieven en passieven verandert, moet een gelijk aantal actieven voor een groter aantal passieven gaan betalen.

 Dit heeft tot gevolg dat de belasting kan stijgen, als de hoogte van de uitkering gelijk blijft. Maar als de belastingen stijgen, houdt men minder geld over om te consumeren, waardoor bedrijven minder winst kunnen maken, en waardoor het dus slechter kan gaan met de economie in zijn geheel. Juist in de nasleep van een economische recessie is dit een zeer nadelig effect voor de Nederlandse economie.

De zorg

Het is algemeen bekend en veelvuldig aangetoond in onderzoeken dat ouderen meer gezondheidszorg nodig hebben dan jongeren. Zij hebben nu eenmaal vaker te maken met botbreuken, diabetes, hartfalen en andere aandoeningen, of hebben voor dezelfde kwalen eerder zorg nodig. De zorg was in de miljoenennota van 2014 de grootste kostenpost van de overheid. Dit alleen al geeft aan dat de zorg een essentieel en onmisbaar deel is van ons land en onze verzorgingsstaat. Met de verzorgingsstaat wordt bedoeld dat in Nederland de overheid garant staat voor een zekere welvaart in ons land, en dit gebeurt onder andere door de zorg. Dit wordt door de overheid uit de belastingen betaald, en wij profiteren hier allemaal van. Maar deze kostenpost stijgt als er vergrijzing plaatsvindt. Omdat dit zo’n groot deel van onze economie betreft, is de stijging van de kosten duidelijk merkbaar in de uitgaven van de overheid, die de laatste jaren op de zorg aanzienlijk is gestegen. Waar we in 2000 nog 42 miljard euro uitgaven aan de zorg, is dit aantal in 2014 gestegen tot ruim 92 miljard euro. Deze ruime verdubbeling van de kosten is deels te wijten aan de vergrijzing.

Het beeld van de samenleving verandert 

Omdat een steeds groter deel van de bevolking boven de 65 jaar is, zal het straatbeeld veranderen. Zo zul je als jongere vaker een bejaarde op straat zien. Nu is dit natuurlijk geen ramp, maar dit is niet het enige wat kan veranderen. De hele maatschappij zal meer op ouderen gericht zijn. Bedrijven weten dat de groep ouderen steeds groter wordt, en zij passen hun producten, reclames en aanbiedingen aan 65+’ers aan. Dit is niet per se een probleem waarvoor een oplossing dient te komen, maar eerder een merkbare verandering die de hele maatschappij betreft.

De vergrijzing aanpakken 

Voor de vorige problemen kan echter wel een oplossing gevonden worden. Als we oplossingen willen vinden, moeten we vooral naar de regering kijken. Zij hebben de mogelijkheid om wetten te maken die voor oplossingen kunnen zorgen. Voor het probleem met de verhouding tussen actieven en passieven is al vaak over een oplossing gedacht. Een veelgenoemde optie is het verhogen van de AOW-gerechtigde leeftijd. Dit is afgelopen jaar al gebeurd, en de overheid heeft plannen klaarliggen om dit project nog verder uit te breiden. Het verhogen van de AOW-leeftijd heeft een dubbel positief effect. Het aantal actieven neemt toe, en het aantal passieven neemt af. Hierdoor kan er dus aardig wat rechtgetrokken worden in de verhouding. Maar als de vergrijzing gestaag door blijft gaan, zullen er toch concessies gemaakt moeten worden in het verhogen van de belasting of het verlagen van de uitkeringen bijvoorbeeld. Dit komt echter met het nadelige gevolg dat de nationale economie dit zal merken, zoals eerder uitgelegd.

De stijgende kosten van de zorg kunnen op verschillende manieren worden aangepakt. Ten eerste kan de regering besluiten minder zorg in het basispakket te verlenen. Hierdoor hoeft de overheid minder te betalen, en stijgen de kosten voor de zorg minder snel. Maar de kosten die de overheid dan niet hoeft te betalen worden dan bij de burgers, en vooral de ouderen neergelegd. Deze kunnen dit wellicht niet betalen, en op deze manier wordt de zorg meer een luxe goed, iets wat niet wenselijk is. Ten tweede kan de regering ook hier besluiten meer belasting te laten betalen, zodat de kosten beter opgevangen kunnen worden. Ten derde kunnen we bezuinigen binnen de zorg. Dit zal onder andere inhouden dat er meer werkelozen komen door ontslagen. Deze werkelozen moeten echter ook een uitkering hebben, dus daarmee wordt uiteindelijk weinig tot geen winst mee gemaakt.

Hoe verder? 

Al met al is de vergrijzing een bestaand probleem in Nederland met de nodige gevolgen. De kosten voor de AOW-uitkering en de zorg stijgen, en het beeld van onze samenleving verandert. Toch zijn voor de problematische gevolgen wel oplossingen te bedenken. Één daarvan is de belasting verhogen. Hoewel hier nadelen aan zitten, vang je met deze maatregel twee vliegen in één klap. Het nieuwe belastinggeld kan besteed worden aan de uitkeringen én de zorg. Verder is het een logische stap van de regering om de AOW-gerechtigde leeftijd verder te verhogen, omdat de staat over enkele decennia anders ècht in de problemen komt te zitten met de financiering voor de uitkeringen. Met het nieuwe beeld van onze maatschappij zullen we simpelweg mee moeten leren leven. Er zijn nu eenmaal meer ouderen, en zij maken een grotere groep uit van onze samenleving. Het is ook niet nodig om over hen te denken als een grote kostenpost of als lastig. Daar wees de Belgische krant ‘de Morgen’ mij afgelopen week op, toen ik las dat de vergrijzing echt niet alleen maar nadelig is voor Nederland.